In deze blog ga ik verder in op mijn visie rond een duurzamere
benadering van eenzaamheid en GGZ problematiek. Daarin leg ik een onderling
verband met het psychische lijden als centrale factor en verbind ik die
benadering met het positieve gezondheidmodel. Ook bekijk ik de mogelijke waarde
van de inzet van ervaringskennis.
“Bestaat de ziel nog in onze moderne samenleving?” Zo eindigde Damiaan Denys, filosoof, hoogleraar psychiatrie aan de UvA en voorzitter van de Nederlandse vereniging voor psychiatrie, zijn betoog onlangs in de Balie. Een betoog dat hij begon met een poëtische illustratie van hoe hij als psychiater de ziel – wat dat ook precies moge zijn – bij zijn cliënten pleegt bloot te leggen. Hij betoogt onder meer dat de individualisering, digitalisering en virtualisering in onze samenleving tot ontmenselijking neigen te leiden.
“Bestaat de ziel nog in onze moderne samenleving?” Zo eindigde Damiaan Denys, filosoof, hoogleraar psychiatrie aan de UvA en voorzitter van de Nederlandse vereniging voor psychiatrie, zijn betoog onlangs in de Balie. Een betoog dat hij begon met een poëtische illustratie van hoe hij als psychiater de ziel – wat dat ook precies moge zijn – bij zijn cliënten pleegt bloot te leggen. Hij betoogt onder meer dat de individualisering, digitalisering en virtualisering in onze samenleving tot ontmenselijking neigen te leiden.
Dit in een debat met Jim van Os, eveneens psychiater, die met name een laagdrempelige 'publieke GGZ' voorstaat in aanvulling op de individuele behandelingen door professionele
hulpverleners. Beide benadrukken overigens het belang van zingeving.
Eenzaamheid
en psychische stoornissen vormen een probleem in ons land (en in veel andere
Westerse landen) van epidemische omvang. 4 op de 10 Nederlanders kampt met
psychische klachten, waarbij bijvoorbeeld burn-out en depressie hoog scoren. De
GGZ gerelateerde klachten gaan doorgaans samen met eenzaamheid. Volgens de GGD (gemeten
in 2016) is 48% van de Amsterdammers matig tot ernstig eenzaam. Daarvan is vrijwel
iedereen sociaal en driekwart emotioneel eenzaam. 13% blijkt ernstig eenzaam.
In onze
lieve barmhartige stad Amsterdam leven we dus voor een groot deel langs elkaar
heen. Heel toepasselijk heeft een kunstenares, Ideke Polman, dit vertaald naar
de term ‘Eensaam’. Een collectieve beweging in onze Amsterdamse samenleving naar meer saamhorigheid en verbinding zie ik
als wenselijk en als een essentieel deel van de oplossing van het epidemische
eenzaamheidsprobleem.
Een
andere kijk op en benadering van eenzaamheid
In de
benadering van eenzaamheid zie ik, zowel beleidsmatig als in praktijk, vooralsnog
een focus op de sociale omstandigheden en mogelijke verandering, hulp en
faciliteiten op dat vlak. Ik mis in die benadering de primaire aandacht voor
het lijden, die wel terug te zien is binnen de GGZ.
Hierop aansluitend geloof ik sterk in de positieve gezondheidsfilosofie (Machteld Huber), die uitgaat van een breed spectrum van met elkaar
samenhangende welzijnsaspecten. Daarbij richt men zich niet alleen op
specifieke gezondheidsklachten maar ook op aspecten die het leven dragelijk of
zelfs prettig maken en die daarmee kunnen bijdragen aan het algehele welzijn.
Ik zie daarin ook een belangrijke mogelijke positieve wisselwerking die mensen
kan helpen letterlijk en figuurlijk ‘beter te worden’.
Rond
eenzaamheid hanteert Movisie een model van een trap waarop men steeds verder
afdaalt (neerwaartse spiraal) met een negatieve wisselwerking tussen de
beleefde eenzaamheid en de gedachten die men daaromheen ontwikkelt. Als
oplossing ziet men daarbij vooral het veranderen van die cognitieve
benadering van eenzaamheid. In lijn met het positieve gezondheidmodel sta ik een
veel bredere benadering voor waarbij vooral ook het lichamelijke welzijn, dat sterk samenhangt met de mate van lijden, als essentiële factor wordt beschouwd.
Verband
tussen eenzaamheid en GGZ
In de
GGZ wordt gesproken over psychisch lijden. Bij eenzaamheid geldt eveneens dat het
gemis aan een bepaalde hoeveelheid contacten (‘sociale eenzaamheid’) en/of
diepgang van contact (‘emotionele eenzaamheid’) dan wel een algeheel gevoel van
alleen zijn (‘existentiële eenzaamheid’) gepaard gaat met een zekere mate van
(psychisch) lijden.
Vanuit
verschillende hoeken (diverse psychiaters waaronder Damiaan Denys, ambulant
begeleiders, een gepensioneerd psychotherapeute en ervaringsdeskundigen) wordt onderschreven
dat GGZ problematiek in het algemeen samengaat met eenzaamheid. Andersom geldt
dat overigens niet per definitie: niet iedereen die aan eenzaamheid lijdt,
lijdt ook aan een psychische stoornis. Zo kan men bijvoorbeeld na het wegvallen van een partner zich eenzaam voelen zonder dat ook sprake is van een psychische diagnose.
Net
zoals men in de GGZ gericht is op het verminderen en/of beter leren omgaan en
accepteren van het lijden – en daarmee samenhangende stress – is er in de
aanpak van eenzaamheid mijns inziens te winnen door zich bewust hierop te
richten. Andersom denk ik dat er in de GGZ te winnen is door op een
genuanceerde manier naar het eenzaamheidsaspect te kijken en bewust te werken
aan een duurzame oplossing op dat vlak. Enerzijds door betrokkenheid van
naasten in een hulp-/ondersteuningsrelatie en anderzijds door te helpen om
duurzame sociale relaties te ontwikkelen en te onderhouden. Dat is ook
onderdeel van de zogenoemde herstelaanpak.
Het
bredere maatschappelijke perspectief
Het
individualisme en de daarmee samenhangende manier waarop onze samenleving is
ingericht en wij met elkaar omgaan in de publieke ruimte, bijvoorbeeld op
straat, op school, in het openbaar vervoer, aan de kassa, is medebepalend voor
ons gevoel van verbonden zijn met anderen. Dat heeft zijn weerslag op onze
onderlinge omgang en verbinding op een intiemer niveau in relaties, gezinnen,
breder familieverband, vriendschappen, als buren, op een vereniging en als collega’s.
Andersom werkt dat natuurlijk evenzeer: hoe minder diepgaand onze omgang en
verbinding in intieme relaties hoe oppervlakkiger we daarbuiten met elkaar neigen
om te gaan. In het algemeen heeft de individualisering, digitalisering en
virtualisering zoals eerder aangehaald en de – vaak gestresste – manier waarop
we om plegen te gaan met tijd een emotioneel afvlakkend effect op onze
menselijke interactie, sensitiviteit en verbinding. Saamhorigheid en maatschappelijke betrokkenheid nemen af door een focus op eigen behoeften, gevoel en beleving.
Duurzame
benadering op persoonlijk niveau
Een
duurzame aanpak van eenzaamheid op persoonlijk niveau vraagt veelal niet alleen
om het op cognitief en sociaal vlak ombuigen van de neerwaartse spiraal, maar ook
om een wending op fysiek en emotioneel niveau. Soms zelfs via een emotionele
doorbraak. In mijn ervaring is er vaak sprake van een diepere emotionele
blokkade en/of trauma(s), die een positieve ontwikkeling op die andere vlakken
tegengaan. Dat zorgt naast het gevoelde lijden ook voor zaken als onbalans,
gebrek aan zelfvertrouwen, angst, negatieve stemming, gebrek aan energie.
Zo kan
het nodig zijn om, vanuit een beperkt vertrouwd en veilig contact met een
hulpverlener of naaste, eerst ‘lekkerder in je vel’ te komen alvorens nieuwe
contacten aan te gaan of verwaterde contacten te verbeteren. Niet alleen omdat
de motivatie en het zelfvertrouwen daarvoor ontbreken, maar ook omdat er teveel
in de weg staat om een (wederzijds) bevredigend contact te hebben.
Verder
is de eerder genoemde zingeving een belangrijke dimensie. Zonder zingevend
perspectief zal men veel gevoeliger zijn voor het lijden en voor terugslag na een
positief contact. De aandacht zal dan meer naar het verleden en negatieve
gevoelens die daarmee samenhangen gaan, in plaats van een positief inspirerend
gevoel te ervaren over de actuele omstandigheden en/of de toekomst. Uiteindelijk heeft
iedereen behoefte aan een stuk houvast in de vorm van zingevende activiteiten
en daaraan gekoppelde zelfontplooiing en eigenwaarde. Dat is ook één van de
dimensies, namelijk ‘maatschappelijke rollen’, waar de eerdergenoemde herstelvisie in de GGZ
(p 9) zich op richt.
Naast die fysieke en maatschappelijke basis is de steun vanuit en een positieve sfeer binnen het persoonlijke netwerk ook essentieel. Dit met als uitgangspunt dat we als mens niet bedoeld zijn om solitair maar juist in een warme voedende verbinding met anderen, in partner-, gezins-, familie-, collegiaal, buurt- en/of ander verband, door het leven te gaan. Saamhorigheid en samenredzaamheid, zoals die terugkomen in het Oost-Nederlandse ‘nabuurschap’ en de Afrikaanse ‘Ubuntu’ filosofie (“I am because we are”), sluiten daar goed bij aan.
Naast die fysieke en maatschappelijke basis is de steun vanuit en een positieve sfeer binnen het persoonlijke netwerk ook essentieel. Dit met als uitgangspunt dat we als mens niet bedoeld zijn om solitair maar juist in een warme voedende verbinding met anderen, in partner-, gezins-, familie-, collegiaal, buurt- en/of ander verband, door het leven te gaan. Saamhorigheid en samenredzaamheid, zoals die terugkomen in het Oost-Nederlandse ‘nabuurschap’ en de Afrikaanse ‘Ubuntu’ filosofie (“I am because we are”), sluiten daar goed bij aan.
Betrokkenheid
van ervaringskennis
Vrijwel
iedereen heeft ervaringskennis als het gaat om eenzaamheid. We kennen het
allemaal in zekere mate in ons eigen leven, nu en/of in het verleden en zullen
er ook direct of indirect in onze omgeving mee te maken hebben gehad. Als je
naar de omvang van het probleem kijkt dan is dat ook niet verwonderlijk.
Sommigen, met name in de GGZ sfeer, hebben die ervaringskennis – via gerichte
training/opleiding – gekoppeld aan een zekere deskundigheid om deze op een
zinvolle manier in te zetten. Bijvoorbeeld door anderen te helpen, bij te
dragen aan beleidsvorming en/of bij de training van professionele en/of
vrijwillige hulpverleners op dit vlak.
In het
algemeen zie ik als belangrijke waarde van ervaringskennis dat zij helpt om
dichter bij de praktijk te blijven in plaats van te zeer te generaliseren en te
abstraheren en daarmee het contact met de realiteit te verliezen. Het kan
bijvoorbeeld hulpverleners helpen om compassie te tonen en zo vanuit hun eigen
kwetsbaarheid op een dieper (emotioneel) niveau contact te maken met de eenzame
medemens die zij graag willen helpen. Het kan hen ook helpen om bewuster te
worden van eigen motieven en overtuigingen die raken aan het (betaalde of
vrijwilligers)werk dat zij doen.
De
waarde van ervaringsdeskundigen wordt steeds meer onderkend. Maar het is nog wel
ook een uitdaging om een goede zinvolle match te maken van ervaringskennis aan
mogelijke inzet, om die inzet goed te organiseren en daar een rechtvaardige beloning
oftewel waardering aan te koppelen.
Conclusies
en aanbevelingen
Van symptoombestrijding naar duurzame ontwikkeling - Vanuit de verbinding tussen eenzaamheid en GGZ zie ik een wenselijkheid en concrete aanknopingspunten om in de persoonlijke benadering van eenzaamheid een verschuiving te maken van symptoombestrijding naar duurzamere benaderingen en oplossingen en om als samenleving een beweging te maken naar meer verbinding.
Het lijden, de ziel en compassie - Voor een duurzame aanpak is het essentieel om bewust aandacht te geven aan de ziel (oftewel het emotionele niveau) van mensen die ernstig lijden aan en in eenzaamheid. Compassie is hierbij mijns inziens het toverwoord. Hiervoor moet een hulpverlener of naaste ook zelf contact maken met zijn/haar ziel en een eventueel lijden. Om dat vanuit een voldoende positieve energie en kracht te kunnen doen is ‘presentie’, rakend aan het populaire ‘mindfulness’, nodig. Het is dus zaak om je als hulpverlener en/of naaste emotioneel open te stellen en daarbij een zekere kwetsbaarheid te tonen. Maar ook om dat vanuit voldoende eigen balans en kracht te doen, zodat je niet wordt meegesleept in emotionele misère en/of de stress van de ander.
Ontspanning en presentie - Als absolute kern en basis voor een duurzame oplossing zie ik ontspanning, bijvoorbeeld via mindfulness of yoga, en het leren dragen van pijn of spanning voor zover die (in eerste instantie of blijvend) niet is weg te nemen.
Zingevend ontwikkelingsperspectief - Verder zie ik als essentieel voor een duurzame oplossing van eenzaamheid om ons te richten op een breed ontwikkelingsperspectief, zowel op fysiek, mentaal en emotioneel niveau als maatschappelijk en sociaal gezien. Doel is daarbij dan om in samenhang e.e.a. positief te laten ontwikkelen. Als we alleen op cognitief en/of sociaal vlak werken aan verbetering zal dat vaak sterk geremd worden door een negatieve/blokkerende toestand op een ander niveau.
Inzet van ervaringsdeskundigheid - Wat betreft de beleidsvorming en begeleiding en/of training van hulpverleners en naasten zie ik veel waarde in het betrekken van ervaringskennis, al dan niet in combinatie met opleiding tot ervaringsdeskundige. Deze kan helpen om praktisch en realistisch te blijven in plaats van teveel te abstraheren en in systemen te denken, die uiteindelijk niet aansluiten bij de belevingswereld en het feitelijke gedrag van hulpbehoevenden. En het kan helpen om hulpverleners dichter bij hun eigen emoties te laten komen en vanuit die kwetsbaarheid hun ‘cliënten’ te benaderen.
Omslag van individualisme naar saamhorigheid in de samenleving - Tenslotte verwacht ik dat op maatschappelijk niveau het epidemische tij rond eenzaamheid en GGZ zich alleen zal keren als we als samenleving collectief een beweging maken naar meer saamhorigheid en samenredzaamheid. Daarbij zullen we ons – in lijn met de Ubuntu filosofie – primair als onderdeel moeten gaan zien van een groter sociaal verband, in plaats van ons te gedragen en te behandelen als individuen die primair gericht zijn op eigen welvaart(sgroei) en welzijn. Het vanuit de lokale overheid stimuleren, faciliteren en financieren van initiatieven op dat vlak in de buurt en op grotere wijk- en stadsschaal zie ik daarbij als essentieel en hoogrenderend wat betreft bevordering van het gemeenschappelijk welzijn en de (psychische èn fysieke) volksgezondheid.
Van symptoombestrijding naar duurzame ontwikkeling - Vanuit de verbinding tussen eenzaamheid en GGZ zie ik een wenselijkheid en concrete aanknopingspunten om in de persoonlijke benadering van eenzaamheid een verschuiving te maken van symptoombestrijding naar duurzamere benaderingen en oplossingen en om als samenleving een beweging te maken naar meer verbinding.
Het lijden, de ziel en compassie - Voor een duurzame aanpak is het essentieel om bewust aandacht te geven aan de ziel (oftewel het emotionele niveau) van mensen die ernstig lijden aan en in eenzaamheid. Compassie is hierbij mijns inziens het toverwoord. Hiervoor moet een hulpverlener of naaste ook zelf contact maken met zijn/haar ziel en een eventueel lijden. Om dat vanuit een voldoende positieve energie en kracht te kunnen doen is ‘presentie’, rakend aan het populaire ‘mindfulness’, nodig. Het is dus zaak om je als hulpverlener en/of naaste emotioneel open te stellen en daarbij een zekere kwetsbaarheid te tonen. Maar ook om dat vanuit voldoende eigen balans en kracht te doen, zodat je niet wordt meegesleept in emotionele misère en/of de stress van de ander.
Ontspanning en presentie - Als absolute kern en basis voor een duurzame oplossing zie ik ontspanning, bijvoorbeeld via mindfulness of yoga, en het leren dragen van pijn of spanning voor zover die (in eerste instantie of blijvend) niet is weg te nemen.
Zingevend ontwikkelingsperspectief - Verder zie ik als essentieel voor een duurzame oplossing van eenzaamheid om ons te richten op een breed ontwikkelingsperspectief, zowel op fysiek, mentaal en emotioneel niveau als maatschappelijk en sociaal gezien. Doel is daarbij dan om in samenhang e.e.a. positief te laten ontwikkelen. Als we alleen op cognitief en/of sociaal vlak werken aan verbetering zal dat vaak sterk geremd worden door een negatieve/blokkerende toestand op een ander niveau.
Inzet van ervaringsdeskundigheid - Wat betreft de beleidsvorming en begeleiding en/of training van hulpverleners en naasten zie ik veel waarde in het betrekken van ervaringskennis, al dan niet in combinatie met opleiding tot ervaringsdeskundige. Deze kan helpen om praktisch en realistisch te blijven in plaats van teveel te abstraheren en in systemen te denken, die uiteindelijk niet aansluiten bij de belevingswereld en het feitelijke gedrag van hulpbehoevenden. En het kan helpen om hulpverleners dichter bij hun eigen emoties te laten komen en vanuit die kwetsbaarheid hun ‘cliënten’ te benaderen.
Omslag van individualisme naar saamhorigheid in de samenleving - Tenslotte verwacht ik dat op maatschappelijk niveau het epidemische tij rond eenzaamheid en GGZ zich alleen zal keren als we als samenleving collectief een beweging maken naar meer saamhorigheid en samenredzaamheid. Daarbij zullen we ons – in lijn met de Ubuntu filosofie – primair als onderdeel moeten gaan zien van een groter sociaal verband, in plaats van ons te gedragen en te behandelen als individuen die primair gericht zijn op eigen welvaart(sgroei) en welzijn. Het vanuit de lokale overheid stimuleren, faciliteren en financieren van initiatieven op dat vlak in de buurt en op grotere wijk- en stadsschaal zie ik daarbij als essentieel en hoogrenderend wat betreft bevordering van het gemeenschappelijk welzijn en de (psychische èn fysieke) volksgezondheid.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten