zondag 20 november 2016

Vluchtelingen als smeerolie voor de participatiesamenleving

Hoe de komst van grote groepen vluchtelingen via dialoog en gelijkwaardige verbinding een vastgeroest sociaal ecosysteem kan openen, in beweging brengen en verrijken…

De Nederlandse samenleving staat evenals die van andere Europese landen de laatste tijd onder druk door de relatief grote toeloop van - met name Syrische - vluchtelingen. Deze moeten worden opgevangen en - na toekenning van een status - gehuisvest en voor zover van toepassing aan werk geholpen. De bedoeling is dat zij sociaal en economisch duurzaam onderdeel worden van onze gemeenschap oftewel onze ‘participatiesamenleving’.

Een vrij groot deel van de Nederlanders staat hier volgens onderzoek positief tegenover. Een eveneens groot deel staat hier neutraal in. En een wat kleiner deel is negatief gestemd over deze ontwikkeling. Een fractie van die laatste groep laat op soms zeer negatieve grove manier haar stem horen. Door uitvergroting via de media hebben die negatieve geluiden wel een vrij grote impact op de sfeer rond de vluchtelingen en kunnen die hen ook beangstigen of in elk geval minder welkom laten voelen.

Een perfecte samenleving heeft als ecosysteem voldoende veerkracht om grote groepen nieuwkomers op een soepele manier onderdeel te laten worden van dat systeem. De spanningen die de opvang van vluchtelingen nu bij een deel van onze medeburgers oproepen zie ik samenhangen met angst voor verdere aantasting van een al onvolkomen levenssfeer. Onderliggend zie ik allerlei beperkingen en een zekere starheid van ons huidige ecosysteem, met bijbehorende economie en regelingen. Als deze verder onder druk komen te staan ontstaat een crisis, die een bedreiging vormt voor de sociale stabiliteit. Een warm welkom voor de vluchtelingen kan echter ook juist positief terugslaan op onszelf en vooral op het benaderen van achtergestelde groepen en hardnekkige sociale problematiek in onze samenleving.

In onze participatiesamenleving in ontwikkeling worden we nog steeds met veel sociale, economische en welzijnsproblemen geconfronteerd, zoals segregatie en discriminatie, armoede, langdurige werkloosheid, stress, eenzaamheid, ontsporende jongeren en psychische problematiek zoals depressie, ADHD, psychoses en verslavingen. Veel van die problemen hangen mijns inziens samen met individualisme en egocentrisme, materialisme, haast, oppervlakkige (digitale) communicatie en verbinding. En een te sterke politieke en persoonlijke focus op economische waarde en welvaartsgroei in plaats van op balans, menselijke waarden zoals saamhorigheid en een optimaal welzijn.

De vluchtelingenproblematiek lijkt grotendeels los te staan van die problemen. Het opnemen van vluchtelingen in onze samenleving lijkt vooral een extra uitdaging naast al die bestaande en wordt ook als zodanig opgepakt. De komst en integratie van grote groepen vluchtelingen zie ik echter als een ‘blessing in disguise’. Op een onvoorziene manier kan de noodzakelijke opvang en integratie beweging brengen in systemen en de sfeer in onze samenleving, met een positief effect op die bestaande problemen.

Binnen de overheid - zowel landelijk als lokaal - is een neiging zichtbaar om de groepen vluchtelingen vanuit een systematische benadering zo snel, efficiënt en gecontroleerd mogelijk op te vangen en onder te brengen in onze samenleving en economie. Door via open dialoog deels los te komen van dit regelen en controleren en een open beweging in te zetten, kunnen we samen met de vluchtelingen een nieuw thuis creëren. Eén waarin we met z’n allen op een vredige harmonieuze manier samenleven en meer aandacht besteden en belang hechten aan menselijke waarden en het persoonlijk en gemeenschappelijk welzijn. Zo kunnen we samen toewerken naar een open sfeer en organische sociaal-culturele ontwikkeling in de samenleving, verrijkt met cultuurelementen die de nieuwkomers inbrengen.

Ik stel dan ook voor om het aanpassingsparadigma (“wie hier als vluchteling komt zal zich
moeten aanpassen aan onze normen, waarden, systemen en cultuur”) te vervangen door een dialoogparadigma: “als gastheer en vluchteling delen we onze kennis, ervaringen, ideeën en cultuur en kunnen zo van elkaar leren en vanuit wederzijds begrip en respect met elkaar verbinden en samen leven”. Laten we met zijn allen – bewoners, raadsleden, wethouders, ambtenaren en werkgevers – vanuit gelijkwaardigheid en persoonlijke betrokkenheid in gesprek gaan met onze nieuwe medeburgers en met een open hart en geest luisteren naar hun verhaal en het onze met hen te delen. Een betere basis voor duurzame inburgering, verbinding en participatie kan ik me niet voorstellen. Het levert mijns inziens ook de beste verbinding met wat deze nieuwkomers ons als samenleving hebben te bieden en vormt daarmee een meest duurzame benadering van de toenemende culturele diversiteit in ons sociaal ecosysteem.

Niet iedereen staat open voor de komst van en dialoog met vluchtelingen. Zeker niet binnen het deel van de groep die negatief oordeelt over de huidige ontwikkelingen. Maar als een groeiende diverse groep verantwoordelijken wel die stap richting gastvrijheid en openheid zet kan er op nog ruimere schaal een positieve beweging en verbinding ontstaan rond en door deze nieuwkomers. Van daaruit kunnen we ook als ‘autochtoon’ deel van de bevolking de dialoog met elkaar aangaan over maatschappelijke verantwoordelijkheid en gevolgen van de komst van deze nieuwkomers en de onderliggende waarden van waaruit we kunnen en willen samenleven in ons land met zijn diversiteit aan culturen.

dinsdag 1 november 2016

Wat is nodig voor een duurzame constellatie tussen (gescheiden) ouders in relatie tot hun kind?

Liefde, relativering, humor, openheid en/of creativiteit,
     een stabiele rolverdeling met bijbehorende verantwoordelijkheden en spelregels
     en een passende onderlinge verstandhouding en emotionele verhouding
kunnen tot een stabiele min of meer harmonieuze sfeer leiden.

Een sfeer waarin elk van de ouders zich kunnen richten op hun eigen - en in geval van partnerschap gezamenlijke - bestemming in het leven en tegelijkertijd een ontspannen, veilige bedding kunnen vormen voor een gemeenschappelijk kind om in op te groeien.

Een dergelijke afgestemde sfeer biedt ook een basis voor beide ouders om elk vanuit hun eigen gemoedstoestand, culturele en spirituele achtergrond en toewijding een emotionele band te ontwikkelen zonder dat dat (de vorming van) die band van de andere ouder met zijn/haar kind in de weg staat.

Soms is in en/of na een situatie/periode van een emotioneel conflict (wat in feite al direct verwijst naar disharmonie) het nodig om zaken eerst emotioneel in balans te brengen, onder meer door in openheid - oftewel vanuit een open hart sprekend - elkaar letterlijk en figuurlijk de waarheid te zeggen en tot verzoening te komen. Dat kan gepaard gaan met de nodige emotionele ontlading, wat juist weer angst voor die confrontatie kan inboezemen.

Helderheid en overeenstemming tussen de ouders (en met eventueel betrokken grootouders) over de constellatie voor het kind om in op te groeien kan daarbij richting, houvast en vertrouwen geven. Daardoor kan het ook makkelijker zijn voor betrokkenen om zich tijdelijk over te geven aan de onbestemdheid en onzekerheid, die gepaard gaan met loskomende emoties en die samenhangen met de vaak onbewuste angst voor die emoties.

Soms is externe interventie of een (andere) belangrijke verandering/beweging nodig om te komen tot een wenselijke doorbraak in een (langdurig) geblokkeerd systeem. Die interventie kan nodig zijn om voldoende ontspanning en een basis van vertrouwen te creëren om in openheid die emotionele confrontatie aan te (durven) gaan en een doorbraak te bereiken en uiteindelijk tot een duurzame emotionele - en voor zover van toepassing economische - reconciliatie te komen. Reconciliatie betekent overigens verzoening oftewel het in balans brengen van wat uit balans is (geraakt of altijd geweest).
Uiteraard vormen hierbij de momentane en/of structurele gemoedstoestand en zelfvertrouwen van de afzonderlijke ouders in het algemeen (dus niet specifiek gekoppeld aan het conflict) ook een belangrijke factor. Een positieve gemoedstoestand en zelfvertrouwen bij een van de ouders, in combinatie met een integere en wijze houding naar het hele systeem (dus niet zozeer alleen het eigen belang en perspectief), kan helpen om tot een constructief proces en duurzame oplossing te komen. Daarmee kan verantwoordelijkheid in relatie tot het kind en leiderschap worden getoond. De een zal dat wel kunnen opbrengen, bijvoorbeeld gesteund door een harmonieus familieverband en/of duurzaam leven of krachtige levensvisie. De ander die meer worstelt met familieverhoudingen en/of zijn/haar leven(svisie) zal dat mogelijk niet of veel moeilijker kunnen opbrengen...