“Laten we ‘het menselijke tijdperk’ begroeten. Laten we
stoppen met de vernietiging van de aarde, van de mensheid; van ons. Laat het
voor iedereen duidelijk zijn: we moeten een nieuwe houding vinden, een nieuwe
cultuur, een nieuwe instelling, een nieuwe eenheid van de mensheid, voor ons
voortbestaan.
We
zijn geen bijen, die zonder bewustzijn een kolonie bouwen. We zijn geen
neutronen, die zich niet bewust zijn van wat ze denken. Nee, we zijn intelligente
wezens, en kunnen ons gedrag observeren. We zijn ons allemaal bewust van waar
de mensheid naartoe gaat. We kunnen de mensheid in een betere richting krijgen,
als we samenwerken. We kunnen een nieuwe religie creëren die ons allemaal
samenbrengt.”
Aldus
Wubbo Ockels in zijn publieke afscheidsbrief als onderdeel van een door hem zelf
geregisseerd einde van zijn veelbewogen bijzondere leven. Een leven dat helaas bekort werd door de kanker, die hij nog op alle mogelijke manieren heeft geprobeerd te bezweren.
In de afgelopen jaren heb ik Wubbo van dichtbij meegemaakt en ontmoet op een
bijzonder festival, dat helemaal past bij de filosofie die hij uitdroeg: het natural networking festival. Een co-creatie van zo'n 2 á 300
deelnemers, die samen het festival opbouwen en vormgeven, onder inspirerende
leiding van een aantal bezielde initiatoren die dit zo'n 10 jaar eerder zijn
gestart. In september vorig jaar heeft Wubbo op dat festival dit bijzondere - wat mij betreft zeer
krachtige en wijze - statement
afgegeven met betrekking tot zijn ziekte en ziek zijn in het algemeen. Op
2 meter van het podium zittend liet ik gebiologeerd alles wat hij uitdroeg en
uitstraalde direct binnenkomen. Ik herkende volledig wat hij overbracht en was het voor
100% eens met zijn boodschap. Een uur later volgde een spontane hug en even daarna stond
ik nog met hem en anderen daar te dansen. Bij de uitzending van Pauw en Witteman
waar een fragment van zijn optreden werd vertoond viel me op dat de diepere
boodschap niet of nauwelijks werd opgepakt door de presentatoren. Moeiteloos
werd van een emotionele Wubbo overgeschakeld naar het hoofditem waar zijn
optreden aan was gekoppeld, namelijk de publicatie van cijfers rond
kankerbehandeling door een Nijmeegs ziekenhuis. Wubbo's boodschap leek vooral
bedoeld als een mooie verlevendiging van deze nieuwswaardigere ontwikkeling. En
dat terwijl de ware waarde van zijn boodschap volgens mij ligt in het
indringende: "een lichaam hoort geen kanker te hebben!" en de nadruk
op de behoefte om ‘body, mind en soul weer in balans te brengen’. Die cijfers zeggen daar bitter weinig over.
In onze westerse cultuur worden niet alleen in hoog tempo allerlei nieuwe
technologieën, culturele trends en medische 'oplossingen' ontwikkeld, maar
worden ook voortdurend allerlei systemen (verder) ontwikkeld die ons
gezamenlijke leven beheersen. Denk daarbij aan het zorgstelsel, het
onderwijs, de belastingen, huisvesting en de landelijke en lokale politiek. In
die politiek heeft men nu ook bedacht - zowel ter rechter als ter linker zijde
- dat we toe zijn aan een participatiesamenleving. Wat daar precies onder wordt
verstaan is nog niet helder of krijgt een veelvormige uitleg. Ik vermoed dat
bij scherp doorvragen die uitleg behoorlijk uiteen zal lopen tussen rechtse
conservatieve liberale partijen en linkse progressieve socialistische partijen.
Dat zal dan ook ten volle het spanningsveld tussen het neoliberale kapitalisme
en het meer solidaire socialisme blootleggen, dat het huidige kabinet in haar
enorme bezuinigingsuitdagingen en streven naar revitalisering van onze economie
tot nog toe aardig weet te verhullen. Dat spanningsveld heeft overigens wel
geleid tot een klinkende nederlaag aan beide zijden bij de
gemeenteraadsverkiezingen, waarbij de compromissen van het kabinet de respectievelijke
ideologieën van de betreffende partijen blijken te verzwakken in plaats te versterken.
Maar
goed... wat heeft nu die westerse leefcultuur en participatiesamenleving te maken met de boodschap van
Wubbo, zowel die in zijn afscheidsbrief als die in zijn indrukwekkende optreden
op dat festival vorig jaar september, waarin hij als zieke man liet zien hoe
krachtig je je kunt voelen en dat kunt uitstralen als je - althans tijdelijk -
in balans bent?
De
onbalans in veel (westerse) lichamen en geesten, die tot allerlei psychische
en/of somatische klachten en ziekteverschijnselen leidt, is - zo lijkt het -
voor velen een vanzelfsprekendheid geworden. Het is inherent aan onze westerse
leefstijl, economie en alle ontwikkelingen daarin, waaronder die rond sociale media en mobiele ICT apparatuur. Het is ook in verband te brengen met onze
'druk, druk, druk' leef- en werkcultuur. Een cultuur die meer waarde lijkt te
hechten aan maatschappelijk succes, aanzien en bezit dan aan saamhorigheid,
sociale solidariteit en een ontspannen sfeer in de samenleving. Een cultuur die naar mijn
idee alleen al een zeer plausibele verklaring kan geven voor allerlei
psychische stoornissen - althans als zodanig aangemerkt door psychiaters en hun
DSM (5) - onder jongeren. Jongeren die samenleven met hun gestreste ouders, die
vaak niet of nauwelijks de tijd, aandacht en energie (kunnen) opbrengen om zich dagelijks emotioneel volledig open te stellen naar en te verbinden met hun kroost. Dat resulteert bij die jeugd vaak na verloop van tijd tot een toevlucht tot overvloedig
internetten, gamen, TV kijken, drank, drugs en/of platte seks.
De essentie van dit alles is naar mijn idee dat we als samenleving, ouders en individuen de menselijke natuur zoals die zich
- genetisch bepaald - in een foetus en pasgeborene vormt (de zogenoemde 'nature') meer zouden moeten koesteren. Die natuur zou centraal moeten staan bij de inrichting van onze samenleving, onze benadering van opgroeiende kinderen en de omgang met ons eigen leven en lichaam. Tenslotte komt het geluk dat we allemaal nastreven uiteindelijk voort uit een lichamelijk (fysiologisch) welbevinden. Dat vraagt om systemen die het mogelijk maken om die menselijke
natuur in een dynamische balans te ontwikkelen tot een duurzame culturele identiteit en beschaving (‘nurture’) op persoonlijk en op
groepsniveau. Dit in plaats van een focus op een maximale persoonlijke economische welvaart, waar in praktijk slechts een deel van onze samenleving profiteert. En in plaats van al die aandacht voor het met efficiënte,
effectieve en gecontroleerde instellingen en procedures tegengaan en verhelpen van alle negatieve
psychische, fysieke, sociale, culturele, emotionele, ecologische èn economische
effecten, als ‘collatoral damage’ van dat welvaartsstreven.
De
participatiesamenleving gaat in mijn visie dan ook primair over een
gemeenschappelijke verantwoordelijkheid en wederzijdse betrokkenheid in het
samen streven naar een optimaal welzijn binnen onze samenleving. Of in elk
geval het realiseren van een mooie standaard wat betreft dat welzijn, inclusief gezondheid en sociale
verbondenheid. En dat op lokaal, regionaal, nationaal, respectievelijk Europees
en wereldniveau. Daarbij zouden die menselijke natuur, balans tussen geest,
lichaam en ziel, de natuur en het milieu waarin we samen moeten (over)leven en
het geluk dat we allemaal nastreven leidend moeten zijn. Zeker in de politiek
die ons vertegenwoordigt en belangrijke richtinggevende keuzes maakt voor de
verdere ontwikkeling van die samenleving op landelijk, regionaal en lokaal
niveau. De keuzes omtrent die zorgsystemen en bijvoorbeeld ook het in
belangrijke mate toekomstbepalende onderwijs zouden dáárop moeten worden
afgestemd.
Wat betreft zorg en welzijn op lokaal niveau is het, bij de
decentralisaties in het kader van die participatiesamenleving, wenselijk om die
menselijke natuur, dat welzijn en wederzijdse betrokkenheid en
verantwoordelijkheid centraal te stellen. Dat vraagt om een nieuwe filosofie en
visie rond het maximaal in hun kracht zetten van hulpbehoevende en/of zieke
mensen en het creëren van een omgeving waarin zij worden ondersteund in het
duurzaam leven, genezen, aansterken en/of zichzelf positief verder
ontwikkelen. Dat betekent een hele andere denkrichting en vraagt om
betrokkenheid van een ander soort denkers. Daarbij zijn niet de bestaande
systemen, inclusief allerlei financieringsstelsels, leidend en wordt niet
primair gefocust op het aanpassen van die systemen aan de gevolgen van die
decentrale financiering. Van bestuurders,
consultants en managers, die gewend zijn om te discussiëren in termen van
financieringsstromen en besturings- en verantwoordingssystemen, is zo'n visie niet direct te verwachten. Wel vanuit niet-commerciële duurzame initiatieven zoals het succesvolle
Buurtzorg van Jos de Blok en van duurzaamheiddenkers en -visionairs zoals Wubbo, Klaas van Egmond en Herman Wijffels. Mensen die onderkennen dat we zonder radicale
koerswijzigingen in onze samenleving afstevenen op een ecologisch, sociaal en daarmee ook economisch catastrofale toekomst voor onze planeet en
haar menselijke bewoners. Mensen die uitstijgen boven de waan van alledag en
vaak weggezet worden als onrealistische dromers. Mensen die zich losgemaakt hebben van de tijd- en geldgedreven
‘Matrix’ en die anderen ertoe aanzetten om dat ook te doen en die nieuwe
religie aan te hangen waar Wubbo naar verwees. Die religie gaat volgens mij
over balans in onze menselijke natuur en mèt onze natuurlijke omgeving.
Innerlijke en externe balans kan in eenieder van ons een 'goddelijke' (natuurlijke) kracht,
puurheid en creativiteit aanspreken, zoals die ook bij onbevangen spelende
kinderen is te zien.
Dit alles vraagt om zorg- en welzijnssystemen die zich - naast het bieden van acute en/of noodzakelijke hulp en ondersteuning - vooral richten op het creëren en herstellen van die balans en het aanspreken en
optimaal gebruik maken van de (nog) aanwezige potentie in het menselijke
systeem van haar cliënten en van de potentie van de uitvoerende zorgverleners. Een mooie vergelijking is wat dat betreft te maken met nood- en ontwikkelingshulp buiten de grenzen en met het helpen van mensen die langdurig zonder werk zijn komen te zitten en hun levenslust en professionele kracht daarbij zijn kwijtgeraakt. In beide gevallen is een gebalanceerde mix van cure, care en coaching wenselijk. Met een nadruk op empowerment en samenredzaamheid, in plaats van afhankelijkheid.