zondag 3 december 2017

Over SDG’s, dialoog en duurzaam samen leven

Hoe dialoog over de UN sustainable develepment goals kan bijdragen aan een kanteling naar een duurzame samenleving en economie.

Er is een bepaalde samenhang tussen onze economie, de inrichting van onze samenleving, de culturen en leefstijlen van de bevolking, de welvaartsverdeling, de onderlinge omgang en verbinding tussen (groepen) burgers, het onderwijs, etc... Allerlei zaken die terugkomen in en/of raken aan veel van de zeventien sustainable development goals (SDG’s).

Een deel van die doelen is vooral geënt op derde wereld landen en/of gebieden die in oorlog verkeren. Daar zullen wij ons als land minder mee identificeren en dan ook ons minder door aangesproken voelen, anders dan het zich via buitenlandbeleid, daarop gerichte NGO’s of vanuit persoonlijke betrokkenheid inzetten voor deze doelen c.q. landen. In dit stuk wil ik me echter vooral richten op de de relatie met onze huishouding als samenleving en onze (natuurlijke) leefomgeving en effecten op de leefomgeving buiten onze grenzen.

Daarbij is een logische benadering van burgers, bedrijven en overheden (rijk, provincies, gemeenten en andere ambtelijke organisaties) om zich te richten op zaken c.q. doelen waar men direct effect op kan hebben. Bijvoorbeeld door, een aangepast economisch en marketing beleid van bedrijven en aangepast beleid met bijbehorende maatregelen gericht op ontwikkelingen in de werkgelegenheid, volksgezondheid, cultuur en leefstijl. De vraag is echter of het voor het behalen van de duurzaamheidsdoelen niet nodig is om verdergaande stappen te zetten en dat met name gezamenlijk te doen.

Een probleem is dat bestuurders van bedrijven en overheden zich sterk laten leiden door de organisatiebelangen, respectievelijk het politieke beleid. Daarbij wordt veelal niet een persoonlijk standpunt ingenomen en/of wordt men andersom in zijn persoonlijke standpunt sterk geleid door het perspectief als bestuurder met bijbehorende krachtenvelden en belangen. Daardoor blijft het bestaande ‘systeem’ – de economie en de dominante culturen en leefstijlen in ons land en daarop gericht beleid van bedrijven – grotendeels in stand.

Dat systeem heeft zich via de industriële revolutie en vervolgens steeds meer digitaliserende wereld en de – op voortdurende groei en concurrentie gerichte – markteconomie gevormd, in combinatie met bepaald politiek beleid dat zich heeft geëvolueerd en per definitie een zekere fluctuatie kent. Al met al heeft dat op nationaal niveau en op wereldniveau geleid tot een situatie die zoals de SDG’s al impliceren noodzaakt tot een substantieel duurzamere invulling van economie en samenleven.

De Britse econome Kate Raworth belicht dit met haar populaire ‘doughnut-economy’ model (onlangs belicht bij VPRO’s Tegenlicht), dat verheldert hoe enerzijds een belangrijk deel van de bevolking buiten het houdbare economische spectrum valt en anderzijds de economie onhoudbare ‘externe’ (neven)effecten heeft (zoals op natuur, milieu en grondstoffenvoorraad). Die (groei)economie – die in wezen ‘een eigen leven is gaan leiden’ en sterk verweven is met het dominante politieke en bedrijfsbeleid – is veelal juist niet dienend en voedend om te komen tot een duurzamer gedrag en samen leven.

Dat gedrag en die manier van samenleven kent een zekere diversiteit in ons land, die ook terug zal zijn te zien breder in de (Westerse) wereld. Bepaalde samenhangende sets aan gedragspatronen, behoeften en morele waarden, oftewel leeefstijlen, in ons land zijn terug te zien in het burgersschapsstijlen-model van Motivaction. Dat maakt die diversiteit maar ook hardnekkigheid van die leefstijlen tastbaar en geeft meer inzicht in de uitdaging om te komen tot substantiële duurzame veranderingen daarin. Zeker ook als je bedenkt dat die patronen zich veelal van generatie op generatie voortzetten via de (sociaal-economische) cultuur en sfeer waarin kinderen opgroeien.

Zoals Einstein al benadrukte zijn de oplossingen voor de problemen die een systeem voortbrengt niet binnen dat systeem te vinden. Er zal dus een systeemtransformatie moeten plaatsvinden, oftewel een fundamentele verandering in dominante waarden en uitgangspunten (‘paradigma’s’), leidend tot die substantiële verduurzaming in onze samenleving en een economie die dienend is daaraan.

Om gezamenlijk tot een dergelijke omslag te komen is het nodig om – in elk geval tijdelijk – het huidige dominerende belangenperspectief met bijbehorende economische en politieke paradigma’s los te laten. Vanuit een meer persoonlijk maatschappelijk betrokken en verantwoordelijk perspectief kan men dan in dialoog gaan met elkaar over een toekomstbeeld voor de economie en samenleving, waarin de op ons van toepassing zijnde duurzame ontwikkelingsdoelen realiteit zijn. In eerste instantie zonder daarbij zich druk te maken over de implicaties daarvan voor de eigen organisatie of politieke positie. Van daaruit kan dan worden gekeken hoe een eigen organisatie, overheidsbeleid of inbreng als burger kan bijdragen tot die realisatie en welke ontwikkelingsscenario’s daarbij voor onze samenleving denkbaar zijn.

Dat kan tot disruptieve conclusies leiden, bijvoorbeeld dat die duurzame doelen alleen haalbaar zijn als ‘de economie letterlijk en figuurlijk op zijn kop’ komt te staan. Dit is in lijn met betogen van onder meer de eerder genoemde Kate Raworth, de populaire activiste-schrijfster Naomi Klein en de Oostenrijkse econoom Christian Felber met zijn 'economy for the common good' (die dat in zijn optredens illustreert met een handstand...).

Een dergelijke transformatieve dialoog zal alleen mogelijk zijn als betreffende deelnemers uit hun comfortzone stappen en in een vertrouwelijke open sfeer naar elkaar een meer persoonlijk gezicht laten zien. En als elk bereid en in staat is om stil te staan bij de consequenties van het niet (tijdig) bereiken van die duurzame doelen voor volgende generaties en/of bepaalde delen van onze (wereld)bevolking. Dat betekent het tijdelijk loslaten van de rol die men in zijn/haar dagelijkse functie speelt. Het vraagt om openheid en een vorm van introspectie die men veelal niet gewend zal zijn, maar die ook bijzonder heilzaam kan zijn om ook vanuit persoonlijk perspectief een duurzaam leven te leiden. Een leven waar men zich in eigen omgeving, bijvoorbeeld familie in het bijzonder huidige of toekomstige kinderen, kan verantwoorden en waar men graag om herinnerd zal worden. Dit ij plaats van een soort ‘wir haben es nicht gewust’ houding, waarbij men deze kans laat liggen om een bijdrage te leveren aan een tijdige omslag in de ontwikkeling van een momenteel – op diverse vlakken – onevenwichtige en zelfs destructieve economie en collectieve leefstijl als samenleving.

Alleen op die manier zal een doorbraak mogelijk zijn, verwacht ik. Die doorbraak zal dan ook vanuit verantwoordelijke bestuurders als leiders in onze samenleving moeten komen. De grote massa zal vooral geïnspireerd en meegevoerd moeten worden in een belangrijke omslag van de huidige onduurzame leefstijl met bijbehorende consumptiepatronen en beperkte mate van beweging en ontspanning. Dit zal moeten worden gestimuleerd en ondersteund door hierop aansluitend overheidsbeleid. Zowel in de politiek als het bedrijfsleven zal het duurzaamheidsbewustzijn en –streven dus moeten groeien (in plaats van die onevenwichtige economische groei) en vertaald moeten worden naar dergelijk beleid en voorbeeldgedrag. Ook in het onderwijs kan dat bewustzijn bij een opgroeiende generatie, in het bijzonder de toekomstige leiders, worden bevorderd. Daar kan ook meer worden bereikt wat betreft een duurzame harmonieuze onderlinge verbinding en samenwerking, zoals die min of meer wordt voorgestaan in een deel van de duurzaamheidsdoelen.

Binnenkort zal ik nader ingaan op:
A. de samenhang tussen verschillende aandachtsgebieden die worden geraakt door de SDG’s en bijbehorende veranderingen;
B. de dynamiek en krachtenvelden van de ontwikkelingen zowel rond het realiseren van de duurzaamheidsdoelen c.q. veranderingen in onze samenleving en economie als het bewustzijn en veranderende houding van betrokken partijen.

Hieruit hoop ik te komen tot een aantal conclusies en praktische aanbevelingen rond een wenselijk en realistisch transformatieproces samenhangend met de SDG’s.

woensdag 18 januari 2017

Model voor duurzaam (samen)leven

Samenhang tussen verschillende welzijnsniveaus
Positieve emoties/gevoelens dragen bij aan mentaal en aan fysiek welzijn.Andersom zijn mentaal en fysiek welzijn veelal een voorwaarde voor emotioneel welzijn en andersom kan gebrek aan mentaal en/of fysiek welzijn het emotionele welzijn aantasten. Mentaal welzijn kan – via emotioneel welzijn - gestimuleerd worden door fysiek welzijn. En andersom kan fysiek welzijn – ook via emotioneel welzijn - bevorderd worden door mentaal welzijn. Spiritueel welzijn kan als een soort overall welzijn worden gezien, samenhangend met algehele verbinding (innerlijk maar ook met de natuur/kosmos/sociale omgevingssfeer), balans en harmonie, dat bijdraagt aan het welzijn op mentaal, emotioneel en fysiek niveau.

Wat betreft het leven vanuit welzijnsperspectief kun je onderscheid maken tussen de volgende soorten activiteiten:
a) Dagelijkse leven(sonderhoud)
b) Sociale interactie
c) Maatschappelijke participatie/werk
d) Ontspanning
e) Mentale/culturele ontwikkeling en ontplooiing
f) Sport
g) Verbinden met/inzetten voor natuur
h) Slapen/rusten

Vanuit economisch perspectief, waarbij het persoonlijke economische proces centraal staat, kun je een bepaalde (andere) waarde en betekenis koppelen aan die verschillende activiteiten.

In het leven kunnen verschillende - al dan niet bewust gekozen - leidende basishoudingen/benaderingen aan de orde zijn. Je kunt die als een resultante zien van die verschillende niveaus van welzijn en leidend in de keuze van en ervaring bij die bovengenoemde verschillende soorten activiteiten.
A. Actieve maatschappelijke en/of economische participatie
B. Bewuste zinvolle ontplooiing en ontwikkeling
C. Plichtmatige conformistische participatie
D. Passief neutraal (over)leven
E. Defensief overleven/worstelen met het leven
F. Destructief leven


Speelruimte c.q. vrijheid in het leven vormt een belangrijke basis voor welzijn en (motivatie voor) ontplooiing en ontwikkeling. Factoren die hieraan kunnen bijdragen: geld, tijd, eigen leefruimte, liefde (geven/krijgen), warmte/geborgenheid/intimiteit, seks, humor, creativiteit, beweging, gezondheid, inititiatief, ondernemendheid, vertrouwen, geloof.

Bewust zin, vorm en richting geven aan het leven
Om bewust(er) zin, vorm en richting te geven aan het leven en daarmee het welzijn te beïnvloeden kan het zinvol zijn om je belangrijkste behoeften en doelen te bepalen en daarin prioriteiten te stellen. Zo nodig/mogelijk kun je op basis daarvan bepaalde aanpassingen doen wat betreft de inrichting en organisatie van je leven en je focus wat betreft aandacht en tijdsbesteding. Soms is een emotionele doorbraak nodig om dergelijke aanpassingen te realiseren. Bepaalde bestaande (remmende) patronen/gewoontes kunnen namelijk samenhangen met diepere emotionele blokkades (soms samenhangend met onverwerkte traumatische ervaringen in eigen jeugd en/of familiegeschiedenis).

Overzicht belangrijkste behoeften:
3 belangrijkste maatschappelijke ontwikkelingen/thema’s
3 belangrijkste familiegerelateerde behoeften
3 belangrijkste persoonlijke behoeften

In de tijd geplaatste doelen
Top 3 doelen voor middellange termijn (komende half jaar/jaar)
Top 3 doelen voor langere termijn (komende 3-5 jaar)
Top 3 doelen/activiteiten voor korte termijn (komende maanden)

Kernvragen
Welke aanpassingen in/nieuwe patronen en/of houding nodig of wenselijk om deze doelen te bereiken?
Waar ligt een emotionele blokkade om deze veranderingen door te voeren? Hoe is die te doorbreken?