Hoe dialoog over de UN sustainable develepment goals kan bijdragen
aan een kanteling naar een duurzame samenleving en economie.
Er is een bepaalde samenhang tussen onze economie, de
inrichting van onze samenleving, de culturen en leefstijlen van de bevolking, de
welvaartsverdeling, de onderlinge omgang en verbinding tussen (groepen) burgers,
het onderwijs, etc... Allerlei zaken die terugkomen in en/of raken aan veel van
de zeventien sustainable development goals (SDG’s).
Een deel van die doelen is vooral geënt op derde
wereld landen en/of gebieden die in oorlog verkeren. Daar zullen wij ons als
land minder mee identificeren en dan ook ons minder door aangesproken voelen,
anders dan het zich via buitenlandbeleid, daarop gerichte NGO’s of vanuit
persoonlijke betrokkenheid inzetten voor deze doelen c.q. landen. In dit stuk
wil ik me echter vooral richten op de de relatie met onze huishouding als
samenleving en onze (natuurlijke) leefomgeving en effecten op de leefomgeving
buiten onze grenzen.
Daarbij is een logische benadering van burgers,
bedrijven en overheden (rijk, provincies, gemeenten en andere ambtelijke organisaties) om zich te richten op
zaken c.q. doelen waar men direct effect op kan hebben. Bijvoorbeeld door, een
aangepast economisch en marketing beleid van bedrijven en aangepast beleid met
bijbehorende maatregelen gericht op ontwikkelingen in de werkgelegenheid,
volksgezondheid, cultuur en leefstijl. De vraag is echter of het voor het
behalen van de duurzaamheidsdoelen niet nodig is om verdergaande stappen te
zetten en dat met name gezamenlijk te doen.
Een probleem is dat bestuurders van bedrijven en
overheden zich sterk laten leiden door de organisatiebelangen, respectievelijk
het politieke beleid. Daarbij wordt veelal niet een persoonlijk standpunt
ingenomen en/of wordt men andersom in zijn persoonlijke standpunt sterk geleid
door het perspectief als bestuurder met bijbehorende krachtenvelden en
belangen. Daardoor blijft het bestaande ‘systeem’ – de economie en de dominante
culturen en leefstijlen in ons land en daarop gericht beleid van bedrijven –
grotendeels in stand.
Dat systeem heeft zich via de industriële revolutie en
vervolgens steeds meer digitaliserende wereld en de – op voortdurende groei en
concurrentie gerichte – markteconomie gevormd, in combinatie met bepaald politiek
beleid dat zich heeft geëvolueerd en per definitie een zekere fluctuatie kent.
Al met al heeft dat op nationaal niveau en op wereldniveau geleid tot een
situatie die zoals de SDG’s al impliceren noodzaakt tot een substantieel
duurzamere invulling van economie en samenleven.
De Britse econome Kate Raworth belicht dit met haar populaire
‘doughnut-economy’ model (onlangs belicht bij VPRO’s Tegenlicht),
dat verheldert hoe enerzijds een belangrijk deel van de bevolking buiten het
houdbare economische spectrum valt en anderzijds de economie onhoudbare
‘externe’ (neven)effecten heeft (zoals op natuur, milieu en
grondstoffenvoorraad). Die (groei)economie – die in wezen ‘een eigen leven is
gaan leiden’ en sterk verweven is met het dominante politieke en bedrijfsbeleid
– is veelal juist niet dienend en voedend om te komen tot een duurzamer gedrag
en samen leven.
Dat gedrag en die manier van samenleven kent een zekere
diversiteit in ons land, die ook terug zal zijn te zien breder in de (Westerse)
wereld. Bepaalde samenhangende sets aan gedragspatronen, behoeften en morele
waarden, oftewel leeefstijlen, in ons land zijn terug te zien in het
burgersschapsstijlen-model van Motivaction. Dat maakt die diversiteit maar ook
hardnekkigheid van die leefstijlen tastbaar en geeft meer inzicht in de
uitdaging om te komen tot substantiële duurzame veranderingen daarin. Zeker ook
als je bedenkt dat die patronen zich veelal van generatie op generatie
voortzetten via de (sociaal-economische) cultuur en sfeer waarin kinderen
opgroeien.
Zoals Einstein al benadrukte zijn de oplossingen voor
de problemen die een systeem voortbrengt niet binnen dat systeem te vinden. Er
zal dus een systeemtransformatie moeten plaatsvinden, oftewel een fundamentele
verandering in dominante waarden en uitgangspunten (‘paradigma’s’), leidend tot
die substantiële verduurzaming in onze samenleving en een economie die dienend
is daaraan.
Om gezamenlijk tot een dergelijke omslag te komen is
het nodig om – in elk geval tijdelijk – het huidige dominerende belangenperspectief
met bijbehorende economische en politieke paradigma’s los te laten. Vanuit een
meer persoonlijk maatschappelijk betrokken en verantwoordelijk perspectief kan
men dan in dialoog gaan met elkaar over een toekomstbeeld voor de economie en
samenleving, waarin de op ons van toepassing zijnde duurzame
ontwikkelingsdoelen realiteit zijn. In eerste instantie zonder daarbij zich
druk te maken over de implicaties daarvan voor de eigen organisatie of
politieke positie. Van daaruit kan dan worden gekeken hoe een eigen
organisatie, overheidsbeleid of inbreng als burger kan bijdragen tot die
realisatie en welke ontwikkelingsscenario’s daarbij voor onze samenleving
denkbaar zijn.
Dat kan tot disruptieve conclusies leiden,
bijvoorbeeld dat die duurzame doelen alleen haalbaar zijn als ‘de economie
letterlijk en figuurlijk op zijn kop’ komt te staan. Dit is in lijn met betogen
van onder meer de eerder genoemde Kate Raworth, de populaire
activiste-schrijfster Naomi Klein en de Oostenrijkse econoom Christian Felber met zijn 'economy for the common good' (die dat in zijn optredens illustreert met een handstand...).
Een dergelijke transformatieve dialoog zal alleen
mogelijk zijn als betreffende deelnemers uit hun comfortzone stappen en in een
vertrouwelijke open sfeer naar elkaar een meer persoonlijk gezicht laten zien. En als elk bereid en in staat is om stil te staan bij de consequenties van het
niet (tijdig) bereiken van die duurzame doelen voor volgende generaties en/of
bepaalde delen van onze (wereld)bevolking. Dat betekent het tijdelijk loslaten
van de rol die men in zijn/haar dagelijkse functie speelt. Het vraagt om
openheid en een vorm van introspectie die men veelal niet gewend zal zijn, maar
die ook bijzonder heilzaam kan zijn om ook vanuit persoonlijk perspectief een
duurzaam leven te leiden. Een leven waar men zich in eigen omgeving,
bijvoorbeeld familie in het bijzonder huidige of toekomstige kinderen, kan
verantwoorden en waar men graag om herinnerd zal worden. Dit ij plaats van een
soort ‘wir haben es nicht gewust’ houding, waarbij men deze kans laat liggen om
een bijdrage te leveren aan een tijdige omslag in de ontwikkeling van een momenteel
– op diverse vlakken – onevenwichtige en zelfs destructieve economie en collectieve
leefstijl als samenleving.
Alleen op die manier zal een doorbraak mogelijk zijn,
verwacht ik. Die doorbraak zal dan ook vanuit verantwoordelijke bestuurders als
leiders in onze samenleving moeten komen. De grote massa zal vooral
geïnspireerd en meegevoerd moeten worden in een belangrijke omslag van de
huidige onduurzame leefstijl met bijbehorende consumptiepatronen en beperkte mate
van beweging en ontspanning. Dit zal moeten worden gestimuleerd en ondersteund
door hierop aansluitend overheidsbeleid. Zowel in de politiek als het bedrijfsleven
zal het duurzaamheidsbewustzijn en –streven dus moeten groeien (in plaats van
die onevenwichtige economische groei) en vertaald moeten worden naar dergelijk
beleid en voorbeeldgedrag. Ook in het onderwijs kan dat bewustzijn bij een
opgroeiende generatie, in het bijzonder de toekomstige leiders, worden
bevorderd. Daar kan ook meer worden bereikt wat betreft een duurzame
harmonieuze onderlinge verbinding en samenwerking, zoals die min of meer wordt
voorgestaan in een deel van de duurzaamheidsdoelen.
Binnenkort zal ik nader ingaan op:
A. de samenhang tussen verschillende
aandachtsgebieden die worden geraakt door de SDG’s en bijbehorende
veranderingen;
B. de dynamiek en krachtenvelden van
de ontwikkelingen zowel rond het realiseren van de duurzaamheidsdoelen c.q.
veranderingen in onze samenleving en economie als het bewustzijn en
veranderende houding van betrokken partijen.
Hieruit hoop ik te komen tot een aantal conclusies en praktische
aanbevelingen rond een wenselijk en realistisch transformatieproces
samenhangend met de SDG’s.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten